Els, zwarte els en grauwe els (Alnus glutinosa en Alnus incana)

Elzen zijn nederige bomen die men gemakkelijk over het hoofd ziet en die simpel worden aanvaard als onderdeel van het landschap. In Nederland komen twee soorten voor, de zwarte en de grauwe els.

IMG_els

Bungelen
Aan het eind van de winter, als het laag invallende winterlicht langs de zwarte els strijkt, lijkt hij in gloed te staan, donkerbruin silhouet aan de waterkant. Je herkent hem onmiddellijk aan de bungelende ‘katjes’, die al in februari en maart aan de takken verschijnen. Het is een kegelvormige, loof verliezende boom met regelmatig gerangschikte takken. De verspreid staande bladeren, in het voorjaar eerst kleverig, zijn rond, met soms een insnijding aan de top. De knoppen zijn gesteeld. De vruchten rijpen ‘s zomers. De rechte stam, die doorgroeit tot aan de top, is bedekt met een grijze of bruine schors met een fijn netwerk van ondiepe groeven. Aan de voet vormen zich tot op hoge leeftijd uitlopers aan de stronk. Hij heeft veel licht nodig, groeit erg snel, kan 100 tot 125 jaar oud worden en een hoogte bereiken van zo’n 20 meter.

Bijzonder
In tegenstelling tot de meeste planten die tweeslachtige bloemen hebben: elke bloem heeft zowel mannelijke geslachtsorganen (meeldraden) als vrouwelijke (stampers), heeft de els aparte vrouwelijke en mannelijke bloemen. Ze zitten trouwens wel aan dezelfde boom. Dat maakt de zwarte els bijzonder. De mannelijke bloemen, die geel zijn met opvallende paarse schubben, zitten aan langwerpige katjes die wel een beetje op lange rupsen lijken. De vrouwelijke staan twee aan twee in eivormige katjes en lijken op dennenappeltjes. De els is de enige loofboom die kegels heeft. Ze rijpen in het voorjaar, zijn als onrijpe vruchtproppen groen, worden vervolgens bruin en blijven de hele winter aan de boom hangen. De bloemen van de zwarte els zijn niet mooi, maar dat is ook niet nodig, want ze hoeven geen insecten te lokken voor de bestuiving. De flinke voorraad stuifmeel die de mannelijke bloemen produceert, wordt via windbestuiving naar de vrouwelijke stampers geblazen. In het veen zijn stuifmeelkorrels aangetroffen waaruit valt op te maken dat de zwarte els al duizenden jaren in onze streek voorkomt.

IMG_elsplaatjes1

Drassig
De vrouwelijke katjes, die in de herfst uitgroeien tot de houtachtige, kegelvormige proppen, bevatten bruine, 3 mm grote nootjes, die door de wind worden verspreid. Het drijfvermogen van de zaden is prima door hun kurkachtige uitsteeksels en de met lucht gevulde holten. Ze kunnen via het water gemakkelijk naar allerlei plekken drijven. Dat komt goed uit, want de zwarte els groeit graag op voedselrijke, vochtige plaatsen met niet verzuurde grond. Hij groeit, ook alhij lange tijd in het water staat, gewoon door. Daarom staat hij vaak op vochtige, soms zelfs op moerassige plaatsen. De zwarte els heeft, in knolletjes op de wortels, bacteriën, die in staat zijn stikstof uit de lucht te binden. Dit compenseert het stikstofgebrek dat drassige grond vaak vertoont. Hij wordt dan ook aangeplant om slechte grond te verbeteren of om erosie van rivieroevers te voorkomen. Ook wordt hij veel op singels geplant om later hakhout te leveren en als windbreker ingezet langsakkerland. In de takken van de els zien we vaak barmsijsjes en putters. Ze snoepen het zaad uit de elzenkatjes. Elzenbladhaantjes, kleine, blauwglanzende kevertjes, eten zijn bladeren.

Taai
Droog elzenhout is zacht en taai, geel, duurzaam en gemakkelijk te verwerken. Het hout werd vroeger in de bouw gebruikt (heipalen), als boerengeriefhout en voor onderwaterconstructies (half Venetië is gebouwd op elzen palen) maar er worden ook klompen, bezemstelen, potloden, speelgoed en andere kleine voorwerpen van gemaakt. De bast, vruchten en bladeren zijn geschikt voor het maken van kleurstoffen. Afgehakt of afgezaagd elzenhout dat wordt blootgesteld aan de lucht kleurt oranjerood.

Duivels
Vroeger dacht men dat de boom bloedde, daardoor ontstond het bijgeloof dat hij de belichaming was van een boze geest: de Erlkönig (= ’elzenkoning’) bekend uit een oude Duitse legende. De mensen geloofden ook stellig dat er ‘s nachts rode vlammen rond het hout dansten. De els werd als een gevaarlijke en duivelse boom gezien: “Rood haar en elzenknoppen, daar kan de duivel zijn kousen mee stoppen..”, want ook personen met rood haar werden gewantrouwd, hetgeen blijkt uit de gezegden: rood haar en elzenhout zijn op geen goede grond gebouwd en: rode baard, duivels aard….Oordeel zelf…

Bescherming
Het is niet alleen kommer en kwel: Elzen-takjes onder je hoofdkussen beschermen je tegen nachtmerries en als een jonge vrouw haar huid met het sap van elzenbladeren inwrijft, krijgt ze geen sproeten. Melk zou meer room geven in vaten, gemaakt van het hout van de grauwe els en in volksverhalen wordt hij vereerd, omdat gedacht wordt dat uit de els de eerste mensen zijn gemaakt.

Neefje van de zwarte els
Zwarte elzen groeien overal waar het nat is. Maar er is nog een andere soort: de grauwe els, die ook wel witte of grijze els wordt genoemd. Je ziet het verschil in de zomer het best: de zwarte els heeft ronde blaadjes en de bladeren van de grauwe els hebben een puntje (zie foto’s boven rechts). Ze vallen groen van de boom en krijgen dus geen herfstkleur. In de winter zie je dat de zwarte els een donkere groen-bruine stam heeft met veel scheuren en brokjes. De grauwe els heeft een gladde, lichtgrijze stam.

IMG_elsplaatjes2

Naam
Het woord incana betekent grauw of grijs. Dit wijst op de onderzijde van de bladeren en de schors. Glutinosa betekent kleverig en heeft betrekking op de knoppen en de jonge bladeren. De toevoeging zwarte duidt op de donkerbruine schors van jonge bomen. Het woord els komt voor in plaatsnamen zoals Elskamp, Elzenbroek, Elshout, Elsloo, Elst.

Pionier
De grauwe els groeit graag op ietwat drogere en lichtere grond. Hij bloeit in februari en maart. De geel gekleurde, mannelijke katjes hangen, terwijl de kleine, roodgekleurde, vrouwelijke katjes rechtopstaan. De takken staan vaak schuin omhoog. De katjes zijn iets kleiner dan die van de zwarte els. Het is een typische pionierboomsoort en hij wordt dan ook vaak gebruikt voor de bebossing van nieuwe terreinen als gesaneerde stortplaatsen en opgespoten gronden. Het natuurlijke verspreidingsgebied van de grauwe els ligt ver boven de poolcirkel en hij komt voor in Noord- en Midden-Europa, Noord-Amerika en West-Azië.

Elzenhagen
In Nederland treft men hem van nature alleen aan in Twente en in de gebieden langs de Rijn. De midwinterhoorns uit Twente zijn vaak gemaakt van elzenhout. Op Terschelling werden elzen in elzenhagen rond akkertjes geplant om deze akkertjes te beschermen tegen het stuivende duinzand. Net als de wilg kunnen elzen goed geknot worden.

terug