Morielje (Morchella)

Een van de meest bijzondere voorjaarspaddenstoelen (april-mei) is de morielje. Deze paddenstoelen zijn alleen al bijzonder vanwege hun vorm. Er zijn meerdere soorten. Gewone morielje (Morcella Esculenta) en Kegelmorielje (Morcella Conica) komen het meest voor.

IMG_morielje

Uiterlijk
‘Morchella’ is het Slavische woord voor “verschrompeld, oud vrouwtje”. Het verwijst natuurlijk naar haar rimpelige gezicht. En dat is ook het contrast dat je ervaart als je morieljes vindt in het ontluikende voorjaarsbos: bruin of grauw steken zij af tegen het frisse groen. De gewone morielje heeft een 6 – 8 cm hoge hoed en een doorsnede van ongeveer 5 cm. Deze sponsachtige zakjeszwam is bolrond, langwerpig of ovaal. De hoed is door ribben hoekig verbonden met diepe onregelmatige holtes (alveolen). De holtes zijn honinggeel tot okerbruin of grijsbruin, de ribben soms lichter of donkerder van kleur. De hoedrand is vergroeid met de steel. De roomkleurige witte, aan de voet verdikte steel is 6-10 cm hoog, hol en bedekt met fijne schubjes. Het oppervlak varieert van vrijwel glad tot iets gegroefd. In alle plooien en de holle steel kruipen heel graag oorwurmen, pissebedden en duizendpoten weg!
De Gewone morielje is enorm variabel van kleur en vorm. Het is dus niet verwonderlijk dat er meer dan twintig variëteiten zijn beschreven en sommige boeken onderscheiden zelfs meerdere soorten! Het is echter de vraag of dit onderscheid terecht is.

Kwetsbaar
Door haar groeiplaatsen in kwetsbare bostypen, is het zoeken van morieljes voor eigen consumptie niet wenselijk. Niet alleen omdat ze verward kunnen worden met de giftige voorjaarskluifzwam, die ook wel valse morielje wordt genoemd, maar ook omdat ze als kwetsbaar op de Rode Lijst staan.

Groeiplaats
Omdat ze van rijke grond houden (zowel klei als zand), komen morieljes vooral in de duinen, langs de rivieren en in Zuid-Limburg voor. Ze zijn te vinden op goed doorlatende bodems langs beekdalen en op kalkhoudende gronden. Op brandplaatsen worden morieljes ook regelmatig aangetroffen. De gewone morielje staat alleen of in groepjes op wortels van bomen zoals iepen, essen en beuken, maar ook appelbomen en populieren worden vaak in de nabijheid gevonden. Ze kunnen zowel in symbiose met boomwortels als op dood organisch materiaal groeien.

terug