Populier (Populus)

Ach ja, de populier. Zo’n gewone verschijning in Nederland, zeker in de Hollandse polders, dat je hem bijna over het hoofd zou zien. Al is hij daar met zijn hoogte van een meter of dertig toch echt te groot voor.

IMG_populierBeschutting
Het is heel goed mogelijk dat er over een aantal jaren veel minder populieren in ons land staan dan nu. Het aantal nieuw aangeplante bomen loopt namelijk al jaren terug. Meestal worden populieren al na een jaar of twintig gekapt, dus over een tijdje vallen de eerste gaten. Terwijl het toch zo’n nuttige boom is: niet minder dan 30% van al het rondhout dat in Nederland wordt verwerkt, komt van populieren. Multiplex, timmerhout, pallets, speelgoed, klompen, papier, meubels, lucifers, allemaal van populier. Verder beschutten ze mensen en vaak ook fruitbomen tegen wind en zon, ze groeien snel, en ze zijn, mits met zorg aangeplant, mooi. Wie zou de populierensingels langs rechte polderwegen willen missen?

IMG_populierplaatjes1

Imago
Toch hebben populieren geen echt positief imago. Veel mensen zien ze nog steeds als weinig meer dan productiebomen op saaie bomenakkers. Als stadsbomen zijn ze vaak op de verkeerde plek aangeplant, zodat ze al snel funderingen ontwrichten, het wegdek omhoog wrikken, en de hele buurt onderpluizen (al schijn je daar maar zelden hooikoorts van te krijgen, dat wordt meer veroorzaakt door grassen).

Trillen
Populus is het Latijnse woord voor ‘volk’. De Romeinen noemden hem zo omdat het ritselen van het blad hen deed denken aan het gemurmel van een mensenmassa. Ook de Grieken zagen het zo: ons woord peppel komt van het Griekse paipolos, dat ‘trillen’ betekent. Ook bij weinig wind zijn de bladeren steeds in beweging, vooral bij de esp of ratelpopulier.
‘Vrouwentongen’ heetten ze daarom vroeger. Trillen als een espenblad, zegt het spreekwoord. In de mythologie worden saters, mythische wezens op bokkepoten, soms afgebeeld met een populierenkrans. In de middeleeuwen geloofde men dat heksen populieren gebruikten voor heksenzalf en om hoog in de kroon te vergaderen.

IMG_populierplaatjes2

Ooibos
Drie soorten zijn in Nederland inheems: de zwarte populier, de abeel en de trilpopulier. Van buiten ons land komen de Canadese populier, de zwarte balsempopulier en de balsempopulierhybriden. Elke soort omvat weer vele honderden klonen of variëteiten. De zwarte populier kwam vroeger veel in rivierbeddingen voor, waar hij met schietwilg, katwilg en amandelwilg het ‘zachte’ ooibos vormde, op de stukken uiterwaard die het vaakst overstroomden. Wat hoger en droger stond het ‘harde’ ooibos: es, eik en iep. De meeste ooibossen in Europa en alle ooibossen in Nederland zijn gekapt (in Duitsland zijn er nog een paar).

De zwarte populier(populus nigra),
is tegenwoordig een zeldzame verschijning, omdat hij als houtproducent is verdrongen door de sneller en rechter groeiende Canadese populier. Maar er is hoop: veel natuurbeschermers willen de ooibossen langs de grote rivieren terugbrengen, en ook de dieren die daar van nature thuishoren, zoals bever en zwarte ooievaar (je dacht toch niet dat het toeval was dat die OOIevaar heette?). De oudste geregistreerde zwarte populier staat in Arnhem en zou geplant zijn tussen 1750 en 1800. Een reusachtige zwarte populier van 39 meter staat in Schalkhaar en de dikste zwarte populier van Nederland, met een omtrek van 670 centimeter (gemeten in 1990) is te vinden in Park Groenendaal in Heemstede.

IMG_populierplaatjes3

Dik, dikker, dikst
Enkele concurrenten voor de titel dikste populier van Nederland: In Eijsden staat een populier met een omtrek van 690 cm (2006) Daar blijken inmiddels drie zeer dikke populieren te staan met een omtrek van rond de 7 meter. Bij Kasteel Bingerden ten zuiden van Doesburg, staat een groep van tien zware Canadapopulieren, de dikste haalt 725 cm (september 2007). De Canadapopulier bij de ruïne van Nijenbeek, nabij buurtschap Gietelo (Gld) staat in de vruchtbare rivierklei van de IJsseluiterwaard en groeit als kool. Na ruim een eeuw is zijn stamomtrek (in 2007) 748 cm. De meeste populieren in ons land zijn Euramerikaanse of Canadapopulieren, een kruising tussen de zwarte populier en de Amerikaanse populus deltoides.

Groene Kathedraal
De Italiaanse populier (populus nigra Italica) de ‘Marsmanpopulier’ zeg maar, heeft een zuilvormige groei. De ‘torenpopulier’, zoals hij ook wel wordt genoemd, is nogal gevoelig voor ziekten en wordt meestal niet erg oud, vandaar dat hij tegenwoordig veel minder vaak wordt toegepast. Hij wordt maximaal dertig meter hoog. Voor het monumentale landschapproject De Groene Kathedraal van Marinus Boezem in Almere (Fl) zijn Italiaanse populieren gekozen om hun magere en lange silhouet. Hun omtrek vormt de buitenmuur van De Groene Kathedraal: groen, transparant en beweeglijk. Hij werd in de jaren tachtig aangeplant om in 1996 ‘opgeleverd’ te worden. De bouw, in de vorm van de groei van de populieren was toen gerealiseerd. Als een blijvende negatieve vorm is er een beukenhaag naast geplant, vanwege de beperkte levensduur van de 178 Italiaanse populieren.

IMG_populierplaatjes4

Samenwerking
Boeren zetten bij populieren vaak een onderbeplanting van elzen neer, en dat werkt heel goed: de wortelknollen van de els bevatten bacteriën die stikstof uit de lucht kunnen binden in een voor de boom opneembare vorm. Via het afgevallen elzenblad profiteert ook de populier daarvan. Verder gaan elzen door hun dichte bladerdek ook de groei van concurrerende grassen en kruiden tegen, iets wat de populier met zijn open gebladerte niet kan. Populieren werden vaak als windvanger om een boerderij gezet, en in sommige streken plantte men bij de geboorte van een zoon een aantal populieren. Als hij de huwbare leeftijd had bereikt, kon hij ze kappen en had hij zo een kapitaaltje.

Op de bres
De Stichting Populier probeert met een uitgebreide, interessante website www.populierenland.nl en andere activiteiten de neergang van de populier tegen te gaan. Iedereen denkt bij populieren al snel aan de karakteristieke singels, en bijna niemand denkt aan een bos, maar de stichting vindt dat ook dat prima kan: meer variatie in structuur en tussen licht en donker, en bij jonge bossen snel wat hoogte. Oude populierenbossen met een dichte struiklaag kennen een even rijke vogelbevolking als eikenbossen. Verder zijn populieren belangrijke gastheren voor insecten, vooral vlinders, nachtvlinders en kevers. Als een wat oudere populier omwaait, is dat geen enkel probleem: in het gat ontkiemen kruiden en later zaailingen van andere bomen. Zo hou je een bos dynamisch en afwisselend. Wie weet kijkt u nu met andere ogen tegen populieren aan. Die ‘hoge pluimen aan de einder’ zijn minder vanzelfsprekend dan u denkt. En als u ooit ‘groot’ gaat wonen, plant er dan een. De prachtige wielewaal zit er graag in en zelfs Van Gogh was niet ongevoelig voor de populier, getuige zijn schilderij Populierenlaantje bij Nuenen uit 1885.

terug