Spreeuw (Sturnus vulgaris)

Jac.P. Thijsse, natuurkenner en medeoprichter van Natuurmonumenten, was dol op spreeuwen. ‘Geen tevredener en gezelliger vogel dan de spreeuw,’ schreef hij in het Verkade-album Lente uit 1906, maar door hun vrijpostige aard en gulzige eetlust zijn spreeuwen niet bij iedereen even populair. Ze eten de voedertafel leeg voordat andere vogels de kans krijgen en ze maken vaak de indruk van een stel kwajongens.

spreeuw

Voedsel
Het voedsel van spreeuwen bestaat uit plantaardig en dierlijk voedsel, zoals wormen, emelten (de larve van de langpootmug) en andere diertjes die ze met hun scherpe snavel tussen de graswortels vandaan peuteren. De snavel, die geel is in het broedseizoen en daarbuiten donker grijs/zwart, is uitgerust met sterke spieren om hem open te duwen bij elke bodeminspectie. Omdat de spreeuw steeds zijn bek open moet doen om naar voedsel te boren, moet een eerder gevangen prooi steeds even worden weggelegd en daarna tezamen met de nieuwe prooi weer worden opgepikt.

Stippen
In het najaar is het verenkleed bedekt met talrijke witte stippen. In de loop van de winter slijten de veren echter, waardoor het in de broedtijd glanzend zwart is met, vooral als de zon er op schijnt, een prachtige gloed van paarse-blauwe en groene kleuren. Na de broedtijd krijgen de spreeuwen een bruin onopvallend verenkleed. Er is nauwelijks verschil te zien tussen het mannetje en het vrouwtje. Ze zijn allebei ongeveer 22 cm lang. Zij heeft alleen wat lichtere ogen en is vaak wat meer bespikkeld. Jonge spreeuwen zijn grijsbruin met een lichte keel. Aan het eind van de zomer ruilen ze dit verenpak om voor dat van de volwassenen.

Zingen
De zang van de spreeuw is een aaneenschakeling van klikkende, rollende en slissende geluiden, onderbroken door een hard, in toon dalend gefluit. De spreeuw is een geweldige imitator. Hij imiteert niet alleen de zang van andere vogels, maar kan ook sirenes, autoalarmen, computerspelletjes, wekkers, geplons en gekwaak van kikkers feilloos nadoen. Een spreeuwenman verleidt een vrouwtje echter niet door liefdesliederen, maar met een huis.

Holenbroeder
Spreeuwen zijn echte holenbroeders, dus zoekt hij een geschikte holle boom, een oud spechtengat, een schoorsteenpijp of een paar dakpannen. In maart gaat hij zelf de oude nesten schoonmaken. Hij versiert het soms met groene bladeren en bloemblaadjes, meegenomen van planten vol met insecten. Dan gaat hij zingen in de buurt van een van de nesten. Met opgezette veren en geflapper van zijn vleugels probeert hij de aandacht te trekken van een vrouwtje. Als dat lukt inspecteert ze de woning en kiest al of niet voor het nest, en daarmee voor de man. Zelf maakt ze het nest af door er veertjes, draadjes en andere zachte materialen in te leggen. Ze broeden van april tot juni. Het legsel heeft gemiddeld 5 eieren. Na 12 dagen kruipen de jongen uit de lichtgroen-blauwe eieren. Hun snavelranden zijn helder geel, hun kelen fel oranjerood, en die kleurcombinatie schijnt de ouders te prikkelen het voedsel, dat voor hun jongen vooral uit insecten bestaat, af te staan. Ze worden dan nog drie weken in het nest gevoerd.
Bekend als nestgelegenheid zijn ook de spreeuwenpotten. De pot hangt aan een oor en rust dan met de afgeplatte zijde tegen de muur. Op het zitstokje kan de spreeuw plaatsnemen om de nestholte te inspecteren of in een latere fase zijn jongen te voeren.

Lekkernij
Vanaf de Late Middeleeuwen kende men al het gebruik om een aarden spreeuwenpot op te hangen, bij voorkeur tegen de gevel van het huis. Helaas voor de spreeuw werd de mens daarbij meestal niet gedreven door dierenliefde. Men hield weliswaar van de spreeuw, maar de liefde ging door de maag. Als lekkernij werd de spreeuw verwerkt in pasteien en soepen of op andere wijze bereid. Vooral de jonge nestvogels waren in trek. Het was natuurlijk wel zaak om de jonge spreeuwen door hun ouders te laten grootbrengen en ze te vangen juist vóór ze het ouderlijk nest verlieten. Dergelijk klein gevogelte werd dikwijls gestoofd in aardewerken kookpotten of zachtjes in boter gebraden.

Zwerm
In het voorjaar is een flinke zwerm spreeuwen vaak geen goed teken, want binnen enkele minuten kunnen ze een kersenboom totaal plunderen maar na het broedseizoen vormen ze soms indrukwekkende zwermen, die in het najaar worden aangevuld met spreeuwen uit Scandinavië. Die groepen kunnen meerdere duizenden exemplaren omvatten die staaltjes van synchroon-vliegen laten zien waar je stil van wordt. In het Engels noemt men dit Black Sun. Overdag zoeken ze in de wijde omgeving naar voedsel en aan het einde van de middag verzamelen ze zich op een vaste plaats. Na een aantal vluchten over de omgeving duiken ze met zijn allen in een groep bomen of struiken. Zolang er genoeg voedsel in de omgeving te vinden is zullen ze hier blijven. Dit kan een paar dagen maar soms ook weken duren.

Bijgeloof
Een oud bijgeloof beweert dat het soort vogel dat je te zien krijgt op Valentijnsdag de persoonlijkheid van je toekomstige echtgenoot voorspelt. Spreeuw: een arme man.
Gezegde: Spreeuwen willen wel kersen eten, maar geen bomen planten.

terug