Bitterzoet behoort tot de familie van de Nachtschade en vindt zijn weg kruipend en klimmend door struikgewas, langs takken, oevers en bosranden en soms ook in de duinen. De plant komt in Europa en Azië verspreid voor en groeit op bijna elke grondsoort. Het is een sterke wilde plant die veel op de voor ons bekendere soort lijkt zoals die van aardappel, tomaat en courgette. Dit zijn de soorten waar eetbare delen aan zitten, maar aan alle andere soorten van deze grote plantenfamilie (zoals ook de bessen van de aardappelplant) zitten giftige delen voor de mens, ook het loof.
Kenmerken
Uit de kruipende wortel van Bitterzoet groeit een houtige stengel, die soms liggend of soms ook wel langs takken omhoog klimt en 30 tot 200 cm lang (of hoog) wordt. Het dunne donkergroene blad is sterk variërend van vorm. De bladeren staan afwisselend aan de stengel die dun en rankend is. Onderaan de stengel zijn ze ovaal en spits, meer naar boven is het smaller en puntiger. Vanaf juni tot september verschijnen de bloemen in losse trosjes van drie tot twintig stuks in een opvallende kleurencombinatie van lilapaars met geel. Het bloemhart van de mooie gevormde meeldraden valt extra op door de vijf omhoog krullende kroonbladen. Na de bloei verschijnen de glimmende eivormige bessen die van olijfgroen eerst naar geel en na rijping scharlakenrood gekleurd zijn en ingebed liggen tussen de roodbruine kelkbladeren.
De bessen zijn ongeveer 1 cm groot. De plantenfamilie van de Nachtschade kent wel 1700 soorten, en aan de bloemen en de vorm van het blad zijn de overeenkomsten van de planten duidelijk waar te nemen. Alleen vogels kunnen de rijpe bessen zonder problemen opsmullen, voor de mens zijn de giftige bessen zeer gevaarlijk.
Volksnamen
Bitterzoet heeft veel namen gekregen in de loop van de tijd zoals, Alfrank, Dodebes,
Dolbessenhout, Hondsbes, Keersenhout, Kwalsterhout, Nachtschaduw, Wild Zoethout, Wilde Aardappel, Wilde Wijngaard en Zouthout.
De naam Wild Zoethout is waarschijnlijk ontstaan toen kinderen vroeger, toen snoepgoed nog een luxe was op de jonge stengels van deze plant kauwden. De bittere smaak die eerst vrijkomt gaat al snel over in een suikerzoete smaak. Deze zoete smaak ontstaat omdat vanwege het kauwen op de stengel glycosiden vrijkomen die door de combinatie met het speeksel in de mond sacharose vrijgeeft.
Geschiedenis en medicatie
In Egypte is om de nek van de mummie Toetanchamon een ketting van Bitterzoetbessen
gevonden, voor hen had het Bitterzoet waarschijnlijk een rituele betekenis. Het was een narcoticum voor de Germanen en in de Middeleeuwen werd het ingezet als zwarte magie tegen de vijand die het als gedroogde stengels onder hun deur door vonden. Duitse boeren drapeerden hun vee Bitterzoet om de nek om kwade geesten te weren. In de 18 eeuw tot 1907 werd Bitterzoet in Engeland als officieel medicijn beschouwd. Vooral het hout werd aanbevolen tegen geelzucht en menstruele klachten. De plant is overigens door de tijden heen ingezet tegen allerlei klachten en kwalen, van astma tot reumatiek.
Tegen koorts en als laxeermiddel, te veel om op te noemen, er zijn maar weinig klachten waarvoor het niet gebruikt zou kunnen zijn. In onze huidige tijd wordt het nog toegepast in de homeopathie en de farmacie als rustgevend middel en tegen huidproblemen.
Bedreiging
Helaas kan de plant ook een bedreiging inhouden voor onze agrariërs. Bitterzoet kan besmet zijn met een bacterie en zo bruinrot veroorzaken in gewassen die tot dezelfde plantenfamilie behoren. De oogst van tomaten, aardappelen of aubergines kan dan beschadigd raken of verloren gaan. De besmetting op het land vindt plaats door water dat besmet is geraakt door de bruinrotbacterie. Het water komt bij droogte dan via extra beregening vanuit sloten en/of tochten op de gewassen met alle gevolgen van dien.