De dagkoekoeksbloem is een algemeen voorkomende plant die op zonnige tot
licht beschaduwde, voedselrijke, vochtige grond groeit, zoals lichte loofbossen, bosranden, slootkanten, heggen, grasland, bermen, ruigten, hakhoutbosjes, houtwallen, parken, struikgewas en kapvlakten.
Bloei
Zoals de naam al aangeeft, bloeit de dagkoekoeksbloem overdag met bloemen, die reukloos zijn. De 5 diep ingesneden rozerode kroonblaadjes zijn hartvormig en de groenbruine kelkbuis (vergroeide kelkbladeren) van de bloem is bol, zodat de nectar alleen voor insekten met lange monddelen beschikbaar is: hommels, sommige solitaire bijen en enkele (zweef)- vliegen. De bladeren zijn hartvormig en staan tegenover elkaar aan zacht behaarde stengels. De hoofdbloeiperiode valt in mei-juni, maar in de herfst kan een tweede bloeiperiode plaats vinden. De vrucht is een met naar buiten omgerolde
tanden openspringende doosvrucht. Oorwormen gebruiken de lege zaaddozen van de dagkoekoeksbloem graag als schuilplaats. Wanneer je zijn bladeren kneust, kun je ze gebruiken op insectenbeten.
Nachtvlinders
De dagkoekoeksbloem houdt wel van lichte schaduw, maar in de volle zon gedijt hij ook goed wanneer de bodem voldoende vochtig is en blijft. Hoewel de bloemen overdag open zijn, is de plant voor bestuiving grotendeels afhankelijk van nachtvlinders. Zelfbestuiving is onmogelijk, omdat de dagkoekoeksbloem 2-huizig is: er zijn ofwel alleen mannelijke ofwel uitsluitend vrouwelijke bloemen aan een bepaalde plant (meeldraadbloemen of stamperbloemen). De plant is voedselplant voor de bladmineerder Pegomya flavifrons (een larve, die gangen graaft in bladeren van planten) en ook voor verschillende soorten motten.
Kleur
De bloemen van de dagkoekoeksbloem en de echte koekoeksbloem zijn roze, die van de avondskoekoeksbloem wit. De echte koekoeksbloem, de dagkoekoeksbloem en de avondkoekoeksbloem zijn afzonderlijke soorten, maar er komen wel gemengde nakomelingen (kruisingen) voor.
Bijgeloof
De dagkoekoeksbloem werd vroeger als een duivelsplant beschouwd. Wie de plant plukte zou een vroege dood sterven. In Engeland geloofde men dat als een kind de bloem zou plukken, iemand van zijn familie zou sterven.
Naam
De Silenes vormen een plantengeslacht met meer dan 400 soorten in de Anjerfamilie. De naam is afkomstig uit de Griekse Mythologie, de opvoeder van Bacchus heette
Seilenos. De dagkoekoeksbloem dankt zijn naam aan het feit dat deze in bloei staat wanneer de koekoek eind april terugkomt uit zijn overwinteringsgebieden. In Dodoens Cruijdeboeck worden dagkoekoeksbloemen Roode Jenettekens genoemd.