Donkere ooievaarsbek – Geranium phaeum

De bloem wordt vaak als rouwsymbool gebruikt. Vandaar dat de donkere ooievaarsbek bij ons wel de ‘Treurende weduwe’ en in Engeland Mourning Widow of Black Widow wordt genoemd. Bij de naam Geranium wordt al snel gedacht aan de potplanten die vaak met rode bloemen balkons opfleuren. Die potplant behoort echter tot het geslacht Pelargonium.

Naam
De Nederlandse naam ooievaarsbek is afgeleid van het Griekse woord geranos, dat kraanvogel betekent. Deze naam dankt de plant aan de vorm van de vrucht. De stijl die op de vrucht is meegegroeid, doet namelijk aan een lange vogelsnavel denken, zoals bij een ooievaar (of kraanvogel). Phaeum betekent “donker”.

Stinzenplant
Donkere ooievaarsbek is een vaste plant en komt sinds 1781 in Nederland voor. Hij bloeit in mei en juni en is een stinzenplant (in het vroege voorjaar bloeiende bol- knol- en wortelstokgewassen). Donkere ooievaarsbek houdt van enigszins beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke grond. Groeiplaatsen zijn bossen (loofbossen, parkbossen, bossen bij buitenplaatsen en hellingbossen), bosranden, houtwallen, heggen, struwelen, oude boomgaarden, (enigszins ruig) grasland, zeeduinen (binnenduinrand) en waterkanten (slootkanten en beekoevers). Deze stinzenplant komt oorspronkelijk uit Midden- en Zuid-Europa. Door avonturiers en botanisten ‘ontdekt’ en geïntroduceerd in West-Europa. In de Benelux wordt de plant als zeldzaam beschouwd, met uitzondering van de Ardennen waar deze vaker voorkomt.

Bijenlokker
Donkere ooievaarsbek wordt tot 60 centimeter hoog. Uit de stevige, kruipende, bijna horizontale wortelstok komen één of meer rechtopstaande, naar boven vertakte stengels, die met horizontaal afstaande, zachte witte haren zijn bezet. De dieppaarse bloemen met teruggebogen kroonbladeren zijn heel donker en bij doorvallend licht purper gekleurd. Ze tellen vijf bloembladen en zijn tweeslachtig (zowel mannelijk als vrouwelijk). Ze zijn twee centimeter groot en hangen voorover, twee aan twee, aan het eind van de stengels. De grof getande bladeren staan verspreid en zijn gedeeld.
Het is een heerlijke plant voor een wat wildere tuin. Het zaad kiemt in gunstige omstandigheden heel gemakkelijk en zaait zich uit als gek (vooral op groeiplekken die niet al te veel zon krijgen). En het is ook nog eens een fantastische bijenlokker. Zelfs op zeer schaduwrijke plaatsen wil ze nog tot bloei komen wat haar tot een waardevolle plant voor donkere hoekjes maakt.

Snavel
Het is heel mooi om te zien hoe de plant zich ontwikkelt van bloem tot rijp zaad. Nadat de bloem is uitgebloeid, groeit de stamper recht vooruit tot de ‘ooievaarsbek’. Die snavel is een vijfhokkige kluisvrucht, die één zaad per hokje bevat en openspringt als ze rijp en droog is. In elke bloem kunnen dus vijf zaden worden gevormd. Bij rijpheid laten de vijf onderdelen die aan een middenzuiltje bevestigd zijn met kracht los waardoor de gladde zaden met snavel en al worden weggeslingerd.

Bodembedekker
Ooievaarsbekken (er zijn wel 400 soorten) worden graag als bodembedekkers of in borders geplant. Soms vanwege hun mooi ingesneden blad, maar meestal om de kleurige bloemen in de zomer. Veel ooievaarsbekken hebben een opvallende geur, bedoeld om schadelijke insecten op een afstand te houden.
De wortel wordt gebruikt voor medicinaal gebruik. Deze is zuiverend. Het hart krijgt een rustiger tempo en het zou daardoor een positieve werking op de bloeddruk hebben. Uit de bladeren en de bloemen wordt een etherische olie gemaakt, die een beetje op de geur van rozen lijkt.

terug