De Paarse dovenetel behoort tot de familie van de lipbloemen (Lamiaceae). Lamium komt van het Griekse woord Lamos en betekent muil.
‘Dode’ brandnetel
Het blad van deze plant uit het geslacht van de dovenetels lijkt op het blad van de brandnetel, maar de Paarse dovenetel geeft geen branderig gevoel bij aanraking. De verwarring onder de netels ontstond al eerder en daarom werd de Paarse dovenetel vroeger ook wel Urtica mortua genoemd, wat dode brandnetel betekent. In het Engels heet de Paarse dovenetel Red dead-nettle.
Paarse Dovenetel is in Nederland inheems en komt verder voor in West-Europa.
De plant staat bekend als een akkeronkruid dat bloeit van maart tot oktober, en het hele jaar door kan het kiemen. In zachte winters kun je nog steeds bloeiende plantjes tegenkomen. Dit (mooie) onkruid doet het vooral ook goed in wegbermen, langs dijken, in tuinen en op stortplaatsen, langs stoepranden en op muurtjes. Daarbij heeft het een voorkeur voor enigszins beschaduwde plaatsen en een vochtige grond.
Kenmerken
De bloemen van de Paarse Dovenetel bestaan uit 1 tot 2 cm grote roze tot paarse bloemetjes en zijn net als bij andere lipbloemigen volledig gebouwd om bestuiving van insecten toe te laten. Daarbij dient de onderlip als een soort van landingsbaan die versierd met een honingmerk in de vorm van lijntjes en vlekjes de insecten de weg wijzen naar de nectar onderin de lange bloembuis.
Het insect (hommel of bij) baant zich een weg naar de nectar en komt er bedekt met stuifmeel weer uit. Bij oudere bloemen wordt het stuifmeel dan weer op de stamper achtergelaten. De bovenlip van de bloem zorgt er voor dat het oranje stuifmeel dat aan 4 meeldraden zit niet nat wordt. Na de bevruchting ontstaat er een nootje met daarop een mierenbroodje (een olieachtig aanhangsel) waar mieren naar toe gelokt worden. De mieren zorgen zo voor de verspreiding van de zaden over enige afstand.
De gesteelde bladeren staan in paren kruisgewijs tegenover elkaar. Ze zijn gekarteld, puntig (hartvormig) en behaard. De onderste stengelbladeren zijn eirond tot driehoekig en de stengel zelf is duidelijk vierkant met aan de bovenkant een kaal stuk waarop de top van de bloemkroon zit. De bovenste bladeren en de steel zijn vaak van dezelfde roodpaarse kleur waardoor de bloemen beter opvallen. De Paarse dovenetel is onder andere waardplant voor de hennepnetelspanner rups
Culinair
De jonge bladeren van de Paarse dovenetel kunnen goed verwerkt en gegeten worden in een salade. De bloemen ogen en smaken goed in een rode bieten schotel en zijn tevens een echte blikvanger in een komkommersalade. Om de bladeren gekookt te eten wordt 10 minuten kooktijd geadviseerd.
Onder de dovenetels komen ook voor de Witte Dovenetel (Lamium album), de Gele Dovenetel (Lamium galeobdolon) en de Gevlekte Dovenetel (Lamium maculatum).