Goudknopje (Cotula coronopifolia)

Goudknopje is een lage eenjarige plant die zijn naam eer aan doet. Op afstand zijn grote groeiplaatsen aan hun goudgele gloed te herkennen, van dichterbij staan de bloemhoofdjes als knopjes tussen het gras. Of misschien zijn het meer knopen, die gele bolvormige schijfjes op een steeltje. Het plantje heeft wel wat weg van boerenwormkruid maar ook van een kleine margriet zonder witte lintbloemen aan de rand. Het plantje behoort dan ook tot de asterachtigen.

IMG_goudknopje

Naam
Zijn Nederlandse naam heeft hij, heel verklaarbaar, te danken aan zijn uiterlijk. Cotula komt van Kotulé (Grieks) en betekent beker, napje of schoteltje. Coronopifolia komt van Corono (Latijn) en betekent “met een krans versieren”.
Folia komt van Follum (Latijn) en betekent “blad”. Dit omdat de schutblaadjes van deze plant keurig als een krans om de goudgele bloem zitten. In het Afrikaans wordt de plant Eendjieskweek of Gansgras genoemd en in Engeland toepasselijk: Golden buttons

Pionier
Deze oorspronkelijk uit Zuid-Afrika afkomstige plant bloeit van juli tot oktober, een beetje afhankelijk van het weer. De opgaande lichtgroene of bruine stengels zijn kaal. De bladeren zijn lijnvormig tot langwerpig en iets vlezig. De stengeltoppen zijn niet bebladerd en elke stengel draag één geel bloempje, dat op een lange steel staat. Het gele bloemhoofdje is 0,5 tot 1 cm breed. De hoogte van de plant ligt tussen de 10 en 50 cm. Het is een echt pioniersplantje, dat voorkomt op brakke tot zilte klei- en veengronden. Het wordt vaak door watervogels verspreid, die de zaden meevoeren aan hun modderige poten.

Overleven
Als de wrattige zaden (nootjes) in het late najaar rijp zijn en afvallen, kunnen ze snel kiemen. Tenzij ze onder water liggen. Kiemplantjes overleven onze winters niet, maar zaden kunnen onder water overwinteren en behouden ook daar hun kiemkracht tot de volgende zomer. Kieming vindt pas plaats op een tijdstip dat verdere groei, bloei en zaadzetting weer mogelijk is. Het kan gebeuren dat er het ene jaar grote velden met planten staan, het jaar daarop slechts hier en daar een enkele. Ze kunnen zelfs explosieve groei vertonen, maar ze zijn zeer kritisch wat groeiplaats betreft en erg vorstgevoelig. Ze groeien zolang de grond vochtig blijft, maar als het te droog wordt, gaan ze dood.

terug