Natuurnieuwsbrieven

                      vervolg van Natuur Plus mei 2025: de sperwer
(scroll tot onder aan/afmelden)

Klik hier voor Natuur Net Nieuws van de maand mei

Elke maand verschijnt er een nieuwe aflevering met natuurnieuws. U kunt de aangeboden informatie vrij gebruiken, maar wel graag met bronvermelding.

Hieronder kunt u het afgelopen jaar nog eens bekijken/lezen.

NNN maart ’24, NNN april ’24, NNN mei ’24, NNN juni ’24, NNN juli/augustus ’24, NNN september ’24, NNN oktober ’24, NNN november ’24, NNN december ’24, NNN januari ’25, NNN februari ’25, NNN maart ’25

stippellijn

Aanmelden?
U kunt zich aanmelden voor een gratis abonnement op Natuur Net Nieuws en/of de tweemaandelijkse junior uitgave NNNj door dit even door te geven via ons e-mailadres:  info@groen-natuurlijk.nl
stippellijn
Niet meer ontvangen?

Als u de nieuwsbrief niet meer wilt ontvangen, kunt u een mail sturen naar:
info@groen-natuurlijk.nlstippellijn

  vervolg van Natuur Plus mei 2025:  de sperwer

Vliegpatroon
Een sperwer is vanaf grote afstand te herkennen aan de karakteristieke manier van vliegen. Hierbij maakt hij enkele snelle vleugelslagen, waarbij hij enigszins stijgt, gevolgd door een langere langzaam dalende glijvlucht. Vliegend heeft hij een spanwijdte van 60 tot 75 centimeter.   Foto: Saxifraga-Tom Heijnen

Naam
Omdat prooien in het algemeen bestaan uit kleine vogels wordt de sperwer o.a. ook wel mussenpakker, duivendief, klaper, stekvogel en vinkensperwer genoemd. Het mannetje wordt wegens z’n snelle vlucht mosket of musket genoemd, namen die uit de valkerij afkomstig zijn en afgeleid zijn van het Frans mousquet. De betekenis van zijn wetenschappelijke naam is: snelle grijper Nisus.

De soortnaam komt van Nisos, een figuur uit de Griekse mythologie, die in een zeearend werd veranderd.

Leefgebied
Nog niet eens zo heel lang geleden leefde de sperwer bij ons vooral in bossen en bosjes in halfopen landschap. Daar joegen ze met succes op hun prooien: mussen en boerenzwaluwen, die toen nog overal in de vele heggen en hagen en rond boerderijen voorkwamen.

Deze bosrandvogel verkiest kleinschalige landschappen met voldoende (naald)bos om in te broeden maar jagen doet hij vaker in iets meer open landschappen met voldoende dekking (struiken, houtkanten). Vooral in de winter duiken ze meer en meer op in stadsparken en tuinen. De voorjaarstrek vindt vooral tussen half maart en half april plaats. Opvallender, vanwege grotere aantallen, is de najaarstrek in oktober en begin november.

De sperwer komt in delen van Afrika en Azië en in vrijwel geheel Europa voor, met uitzondering van IJsland en het uiterste noorden van Scandinavië en Rusland. Sperwers die in Nederland broeden trekken in de winter zelden weg. De populatie wordt ‘s winters aangevuld met vogels uit het noorden. Nederlandse vogels zijn jaarrond aanwezig. Sperwers in Noord- en Oost-Europa zijn (deels) trekvogels en overwinteren in West- en Zuid-Europa. In Nederland werd rond het jaar 2000 het aantal broedparen geschat op 4000-5000, maar in 2018-2020 is dit aantal gedaald naar 2250-2700 broedparen.

Geluid
De sperwer heeft een scherpe, klagende roep die lijkt op “kie-kee-kee” of “kwee-kwee-kwee”. Deze roep wordt vaak herhaald. Het mannetje en vrouwtje hebben vergelijkbare roepen, maar de roep van het mannetje is meestal iets hoger dan die van het vrouwtje. Op en bij de horst (het nest) klinken vaak opgewonden ‘gigigig’-roepen en een zachte ‘guuh’-lokroep. Pas uitgevlogen jonge vogels zijn te herkennen aan een luide, vaak herhaalde bedelroep. Buiten het broedseizoen zijn sperwers meestal zwijgzaam.   Geluid: klik hier

Jager
Een sperwer is een snelle, wendbare jager die z’n prooi vanuit dekking probeert te overrompelen. Hij verrast ze vanuit een stilzittende positie, jaagt in (korte) achtervolgingsvlucht, valt prooien aan vanaf zeer grote hoogte met een zogenaamde stootduik of sluipt over de grond voor een verrassingsaanval. Wat de jachtmethode zo uniek maakt, is de manier waarop het dier de achtervolging inzet. Eerst onzichtbaar, vervolgens in luttele seconden in staat om doelgericht langs huizen, heggen en schuttingen te scheren, waardoor hij bliksemsnel een nietsvermoedende mus of merel kan grijpen. Met zijn lange, dunne poten met opvallend lange tenen probeert hij prooidieren in elke situatie te grijpen, zelfs in beschuttend struikgewas. Sperwers zijn in staat om snelheden te halen tot 50 km/uur en kunnen kortstondig snelheden van meer dan 100 km/uur bereiken tijdens de aanval op hun prooi.

Voedsel
Sperwers vangen hoofdzakelijk zangvogels zoals koolmees, spreeuw, huismus, vink en roodborst. Het vrouwtje pakt ook wel grotere prooien, zoals lijsters, Turkse tortels, spreeuwen en gaaien. Kleine zangvogels, zoals de huismus, proberen het risico om door een sperwer te worden verschalkt te verkleinen door risicovolle plaatsen te mijden. Dus kiezen ze vooral tuinen uit waar een dichte haag, boom of struik snel dekking biedt tegen jagende sperwers.
Naast vogels vangen sperwers ook kleine zoogdieren. Als er in de herfst veel veldmuizen zijn, worden ook die verorberd. Wanneer de sperwer een zangvogel te pakken krijgt, zal hij die soms ter plekke rustig plukken en verorberen. De sperwer gebruikt vaak min of meer vaste plukplaatsen. Zo’n plukplaats (hoopje losgerukte veren) verraadt dat er een sperwer aan het werk is geweest. Bij verstoring vliegt hij, als de prooi niet te zwaar is, razendsnel weg met de buit. 

Balts en broeden
Tijdens baltsvluchten duiken sperwers afwisselend met tegen het lichaam aangehouden vleugels stijl naar beneden om even later weer omhoog te schieten. Deze vluchten dienen om het territorium te verdedigen en aan te geven dat het bezet is. Ook voeren ze samen zweefvluchten boven het territorium uit. Sperwers zijn al in de 10de maand geslachtsrijp, terwijl ze nog in jeugdkleed zijn. Dergelijke jonge vogels hebben echter minder broedsucces dan oudere sperwers. Sperwers zijn monogaam, ze kiezen een partner voor het leven.
Ze broeden bij voorkeur in in naaldhoutpercelen met sparren, dennen of lariksen hoog in de boom. Het nest is een kom van twijgen, gebouwd rondom de stam. Overwegend zijn het plaatsen langs paden, wegen en waterlopen, die een vrij af- en aanvliegen mogelijk maken. Omdat er in onze bossen steeds meer haviken voorkomen die veel groter en sterker zijn dan de sperwer en ze soms zelfs opeten, broedt de sperwer nogal verborgen.

Foto: Dolf Siebert – sperwer bijt voor de nestbouw zelfs takjes van de bomen af.

Man en vrouw sperwer bouwen samen elk jaar vanaf eind april een nieuw nest. Het mannetje zorgt voornamelijk voor de hoofdstructuur waarna het vrouwtje de nestkom met schors bekleedt.

Er worden meestal (om de twee dagen) vier of vijf eieren gelegd. Terwijl het vrouwtje die ongeveer 30 dagen bebroedt, brengt het mannetje haar voedsel. Wanneer de eieren uitkomen, voert het mannetje ook de jongen.

Als na 32 – 36 dagen de jongen uit het ei komen zijn ze bedekt met wit dons. Hun ogen zijn direct open ze eten dan ook al stukjes vlees. Ze krijgen vaak en veel te eten en vliegen soms al uit als ze nog geen maand oud zijn. Voor vogels van dit formaat is dat heel snel. Na het uitvliegen blijven de jongen nog een tijdje bij hun ouders voordat ze zelfstandig worden. Een opmerkelijke eigenschap van jonge sperwers is dat ze regelmatig op bezoek gaan bij nabijgelegen sperwernesten.  Ze kruipen tussen de andere jongen op het nest en eten een hapje mee met wat de gastouders komen brengen.
Foto: werkgroep roofvogels

Levensverwachting
Na strenge, koude winters worden minder jongen vliegvlug dan na een milde winter omdat veel kleine vogels doodgaan, zodat er in het voorjaar minder voedsel voorradig is voor de sperwerjongen. De levensverwachting van sperwers is 7 – 12 jaar maar gemiddeld worden ze maar 2 jaar oud. De havik is de grootste vijand van de sperwer. Daarnaast vallen er veel slachtoffers als ze met hoge snelheid in tuinen tegen ramen aanvliegen.

Volksgeloof
Vroeger werd gedacht dat de koekoek na het broedseizoen in een sperwer veranderde. In het voorjaar veranderde de sperwer dan weer in een koekoek. Met die aanname probeerde men te verklaren waarom de koekoek in ons land alleen in het broedseizoen werd gezien.

Terug naar de natuurnieuwsbrief van mei