Natuurnieuwsbrieven

                   vervolg van Natuur Plus september 2024:  Dodaars
(scroll tot onder het formulier)

Klik hier voor Natuur Net Nieuws van de maand
september

Elke maand verschijnt er een nieuwe aflevering met natuurnieuws. U kunt de aangeboden informatie vrij gebruiken, maar wel graag met bronvermelding.

Hieronder kunt u het afgelopen jaar nog eens bekijken/lezen.

NNN juli/aug ’23, NNN sept ’23, NNN okt ’23, NNN nov ’23, NNN dec ’23, NNN jan ’24, NNN feb ’24, NNN maart ’24, NNN april ’24, NNN mei ’24, NNN juni ’24, NNN juli/augustus ’24

stippellijn

U kunt zich aanmelden voor een gratis abonnement op Natuur Net Nieuws via onderstaand formulier.

stippellijnNiet meer ontvangen?
Als u de nieuwsbrief niet meer wilt ontvangen, kunt u een mail sturen naar:
info@groen-natuurlijk.nlstippellijn

  vervolg van Natuur Plus september 2024:  Dodaars

Balts / broedtijd
In het broedseizoen is het mannetje agressief naar rivalen. Deze schermutselingen duren maar kort, plotsklaps verdwijnt een van de twee onder water en keert de rust weer.
Foto Saxifraga – Hans Dekker

Mannetjes proberen op spectaculaire wijze de aandacht van vrouwtjes te trekken, door tijdens de balts te ‘dansen’ op het water. Hij zet zijn veren op, pikt met zijn snavel in het water en spettert met zijn poten water omhoog. Het paar laat vervolgens de kenmerkende biebiebiebie-roep in duet horen.

Dodaarzen zijn heel schuw. Ze leven in moerasgebieden, duinmeren en binnenwateren met rijke begroeiing. Daar kunnen ze in de broedtijd, van april tot in augustus, hun nest goed verstoppen.
Het mannetje en vrouwtje bouwen samen een nest dat uit een drijvende hoop verse rottende plantendelen bestaat. Door het rottingsproces komt er warmte vrij, wat bij het broeden goed van pas komt. Het nest wordt onder of boven water verankerd aan de oever- of onderwatervegetatie. Gemiddeld worden er 4 tot 6 eieren gelegd. Bij gevaar zal de dodaars niet wegvliegen.

Foto: Lianne Otter

Als ze worden opgeschrikt dekken ze de eieren toe met wat nestmateriaal en duiken onder water, waarbij alleen de kop nog boven water uitsteekt of rennen weg naar de dichtstbijzijnde oevervegetatie.

Mannetje en vrouwtje broeden om beurten. Bij het omwisselen benadert het ouderdier het nest onder water. Meestal neemt hij nieuw nestmateriaal mee. Na ongeveer 20-21 dagen broeden komen de jongen uit en zorgen beide ouders voor de jongen. De jongen zijn al snel in het water te vinden. Om uit te rusten kruipen ze op de rug van hun ouders. Ook blijft het nest nog een poosje een rustplaats. Na 44-48 dagen zijn ze vliegvlug.

Veel jongen worden prooi voor de snoek of de reiger, maar dit wordt weer gecompenseerd doordat er twee tot drie broedsels per jaar grootgebracht worden. Onnatuurlijk waterpeilbeheer (laag in de winter en hoog in de zomer) leidt tot een afname van geschikte broedgelegenheid.

Leefomgeving
De dodaars komt in vrijwel geheel Europa voor, van de mediterrane landen tot Zuid-Zweden, in heel Afrika uitgezonderd de Sahara, op Madagaskar en in Zuid-, Oost- en Zuidoost-Azië oostwaarts tot in Japan en Nieuw-Guinea.
De dodaars is in het grootste deel van zijn verspreidingsgebied voornamelijk een standvogel, maar in Oost-Europa en West- en Noordoost-Azië een trekvogel. De Oost-Europese vogels overwinteren in Zuidoost-Europa en Turkije. In Nederland is de dodaars jaarrond aanwezig. De landelijke aantallen verschillen soms opmerkelijk van jaar tot jaar. De pieken vallen vaak samen met zachte winters in combinatie met neerslagrijke voorjaren. Aantallen worden geschat op 2100 tot 2900 paren, een strenge winter gevolgd door een droog voorjaar kan de populatie halveren.
Buiten de broedtijd verblijft de dodaars in uiteenlopende waterrijke biotopen, zoals brakke binnenwateren, (snelstromende) beken, rivieren, brede sloten, kanalen, plassen, havenbekkens en ook in intergetijdegebieden. ’s Winters en tijdens de rui zijn ze soms in kleine groepjes van maximaal dertig dieren te vinden. Bij strenge winters zoeken ze ijsvrije wateren op, waarbij ze vooral te vinden zijn in de brakke wateren van de Zeeuwse delta.

Geluid
De dodaars kent verschillende hoge roepen, die klinken als bit, bit, bit (bij verstoring) of bie-iep. Dit wordt vaak versneld tot een verdragende, hinnikende triller, biebiebiebiebie, welk geluid kan worden verward met de roep van een vrouwelijke koekoek. Dit is vooral in het voorjaar te horen als duet tussen mannetje en vrouwtje, bij de balts of om het territorium te markeren.

Foto: Karel Noy

Voedsel
De dodaars is een goede duiker, die bij de jacht langer dan een halve minuut onder water kan blijven. Hij duikt tot ongeveer 2 meter diep, waarbij hij zijn vleugels en poten gebruikt om onder water mee te manoeuvreren. De kwaliteit van het (heldere) water is zeer belangrijk vanwege de aanwezigheid van voldoende waterinsecten en omdat de jacht onder water op zicht gebeurt. Hij vangt zijn prooi voornamelijk door te duiken maar vangt ook insecten uit de lucht of van het wateroppervlak.

Zijn voedsel bestaat uit waterinsecten, weekdieren, slakjes, schelpdieren, garnalen, amfibielarven, kleine haften, steenvliegen, waterkevers, schietmotten, libellen en kleine visjes. Om ervoor te zorgen dat de graatjes en ander onverteerbaar materiaal wordt uitgebraakt, slikt hij regelmatig veertjes in. De prooivisjes, meestal zo’n 5-7 cm lang, eet hij vooral in de winter, nauwelijks in de zomer. Verder voedt de dodaars zich ook met plantendelen.

Terug naar de nieuwsbrief van september: klik hier