Sneeuwklokje (Galanthus nivalis)

Al is het nog zo koud, het deert sneeuwklokjes niet. Zo kan het gebeuren dat wanneer je niet dagelijks je tuin bekijkt, je dit winterse wonder mist. Dankzij de vroege bloei weet het sneeuwklokje zich uitstekend te handhaven onder bomen en struiken. Kortom: een durver, vaak ondergesneeuwd en in de kou, klein maar dapper, een waaghals…

IMG_sneeuwklokje

Ingeburgerd
Sneeuwklokjes zijn inheems in midden en zuid Europa. In noord Frankrijk, België en Nederland zijn het ‘stinzenplanten’, die vanaf de 16e eeuw meegenomen werden uit Klein-Azië en de gebieden rondom de Zwarte Zee om de tuinen van de rijken te sieren. Je vindt ze nu ook in bermen, loofbossen en onder kreupelhout en struikgewas. Het bolgewasje behoort tot de narcisfamilie. Hiertoe worden ook het lenteklokje, zomerklokje en de wilde narcis gerekend.

Bolletjes
Het sneeuwklokje is een overblijvend bolgewas. In de bol zit voedsel dat nodig is om in de winterperiode te kunnen bloeien. Het is immers te koud om al voedsel uit de grond te halen. Dus dankzij deze bol bloeit het sneeuwklokje zo vroeg en omwille van die bol sterft hij ook weer vlug af.
Uit de bol komen twee bladeren en een bloemstengel. De bloem heeft een fijne geur en ook de kleur lokt insecten. Toch is er bijna geen insectenbezoek, want bijen en hommels zijn in de bloeitijd van het sneeuwklokje nog nauwelijks actief.

Verspreiding
Het sneeuwklokje vormt zaad. Na de bloei verschijnen vlezige groene capsules met veel zaden. In bossen zorgen de rode mieren voor verspreiding van de zaadjes van de verwilderde sneeuwklokjes. Om het kostbare stuifmeel te beschermen, gaan de bloempjes van de sneeuwklokjes pas open als de buitentemperatuur boven de 10° C komt. Bij ons is het wellicht iets te fris en gebeurt de vermeerdering door middel van het vormen van bijbolletjes. Dit wordt clustervorming genoemd. Hieruit komen na een paar jaar bloemen. Dat is dus de reden dat we ze vaak in dichte pollen bij elkaar zien staan.

Legende
Het sneeuwklokje hebben we te danken aan Eva. Toen Adam en Eva de tuin van Eden moesten verlaten, belandden ze midden in de barre winter. Gelukkig bestonden er ook toen al engelen. Een engel probeerde Eva ervan te overtuigen dat er ook nog andere en betere jaargetijden waren. De engel ving enkele sneeuwvlokjes op, ademde ertegen en op slag veranderden de sneeuwvlokjes in bloemknoppen. Op het moment dat de bloemknoppen de bodem raakten werden het sneeuwklokjes. Het sneeuwklokje staat symbool voor ‘opnieuw ontwaken en intens leven na een lange winter’. Het is de bloem van de hoop.

Onschuldig
Zo op het oog lijkt het sneeuwklokje erg onschuldig, maar de bol en het blad bevatten giftige alkaloïden. Deze veroorzaken braken en diarree. Zelfs met het water waarin afgesneden bloemen hebben gestaan moet je voorzichtig zijn.

Namen
De geslachtsnaam Galanthus is samengesteld uit het Griekse gale (= melk) en anthos (= bloem) en duidt op de kleur van de buitenste bloemblaadjes. De Latijnse soortnaam nivalis verwijst naar het groeien in of bij sneeuw (nix = sneeuw).
Andere namen voor sneeuwklokje zijn sneeuwbloempje, sneeuwvlokje, eerste februaribloemen, vroegopjes en vastenavondgastje.

terug